Janssen Pharmaceutica kondigt vandaag aan groen licht te geven voor de volgende fase van het diepe geothermieproject op haar bedrijfsterreinen in Beerse.
De beslissing werd genomen op basis van de positieve testresultaten van de injectie- en productieput. Hierdoor zal het bedrijf haar CO2 uitstoot met 30% kunnen reduceren.
De beslissing biedt ook perspectief voor andere geothermieprojecten in de regio.
Positieve testresultaten
Iets meer dan een jaar geleden, op 5 december 2019, gingen de eerste diepe geothermieboringen op de bedrijfsterreinen van Janssen Pharmaceutica in Beerse van start.
Een uniek project waarbij de energie uit de diepe ondergrond wordt gebruikt om de bedrijfsgebouwen te voorzien van warmte en koeling. Het is een 100% groene en duurzame technologie die onuitputtelijk is en geen impact heeft op het milieu.
Ondertussen werden de boringswerken afgerond. De diepte van de productieput (die gebruikt wordt om grondwater op te pompen uit de ondergrond) bedraagt 2.235m en die van de injectieput (die gebruikt wordt om grondwater terug te pompen in de ondergrond) bedraagt 2.051m.
Beide putten werden aan grondige testen onderworpen. De resultaten van die testen zijn zonder meer positief: de putten zullen instaan voor een permanente doorstroom van 90 liter/seconde warm water uit de diepe waterlaag aan een temperatuur van 85°C.
De resultaten beantwoorden volledig aan de verwachting. Het is dan ook een opsteker voor het bedrijf en het biedt perspectief voor andere diepe geothermieprojecten in de regio.
30% minder CO2-uitstoot
"Het resultaat mag er zijn, we zullen in één klap maar liefst 30% van onze CO2-uitstoot kunnen besparen.
Dit project is dan ook een voorbeeld van de rol die we voor Janssen zien: die van een innovatief bedrijf met een brede maatschappelijke opdracht voor de gezondheid van mens én milieu", vertelt Kris Sterkens, Managing Director van Janssen Pharmaceutica.
Zuhal Demir, Vlaams minister van Energie en Omgeving: "Als het gaat over de klimaat- en energietransitie dan is Vlaanderen bereid diep te gaan. En dat mag je ook letterlijk nemen.
De resultaten van deze puttesten zijn aanmoedigend en bewijzen dat we met onze Vlaamse knowhow troeven in handen hebben om grote stappen vooruit te zetten. Natuurlijk mogen we niet te vroeg victorie kraaien, we zijn er nog niet helemaal, maar de inspanningen die hier op het vlak van innovatie en energie geleverd worden zijn zeer veelbelovend".
Marijke Anthuenis, projectleider bij Janssen Pharmaceutica: "Vanaf volgend najaar voorzien we de campus in Beerse van duurzame energie dankzij onze diepe geothermiecentrale en het bijhorende warmwaternet.
We zullen de aardwarmte, via een warmtewisselaar en een warmtenet van 2,7 km lengte tot bij de gebruikers brengen. Hiermee creëren we energie voor productie en gebouwverwarming op onze site.
We nemen een jaar de tijd om de processen en dus de CO2-winst te optimaliseren. Daarna verwachten we onze CO2-winst nog te verhogen."
Voorbeeld private geothermie in Vlaanderen
"Dit is een voorbeeldproject", vervolgt Kris Sterkens. "Niet enkel wat betreft de technische haalbaarheid van diepe geothermie in Vlaanderen, maar ook inzake de juridische en financiële modaliteiten.
Zo was bijvoorbeeld de zogenaamde waarborgregeling (waarbij de overheid zich deels garant stelt voor de investeringen) een belangrijke hulplijn om dit project aan te vatten. Uiteraard zijn alle partijen tevreden dat we dankzij de goede resultaten geen beroep hoeven te doen op die waarborgregeling."
De geothermie-installatie en het gekoppelde warmwaternet kosten zo'n 40 miljoen euro. Die investering wordt voor een groot deel gedragen door het J&J CO2-fund, maar verschillende partners zijn fundamenteel geweest in de realisatie van het project.
De financiële steun kwam van het Vlaams Energie Agentschap (6 miljoen €), het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (2 miljoen €) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling Vlaanderen (1,5 miljoen €).
Kris Sterkens: "Het gaat niet alleen om subsidies, maar ook echt om samenwerking met de betrokken overheidsinstanties en beleidsmakers op lokaal, regionaal en provinciaal niveau."